Nieuw Rome
Het bijna moderne Oost-Romeinse rijk van de vijfde en zesde eeuw
In de vijfde eeuw na Christus verkruimelde het West-Romeinse rijk, maar het Oost-Romeinse rijk vernieuwde zich, onder leiding van kundige keizers en minstens zo kundige keizerinnen. De hoofdstad Constantinopel groeide. Ondanks alle uitgaven was aan het begin van de zesde eeuw de staatskas beter gevuld dan misschien wel ooit eerder in de Romeinse geschiedenis. Toen kwam Justinianus, de keizer die niet van ophouden wist. Hij draaide de vernieuwingen van de vijfde eeuw terug en probeerde ten koste van alles de verloren westelijke helft van het rijk te heroveren.
Ondertussen scheurde in de Syrische en Egyptische provincies de staatskerk in tweeën. En dan was er ook nog een pandemie: de builenpest. In de vijfde eeuw leek het Oost-Romeinse rijk de toekomst te hebben, in de zesde eeuw was één keizerschap voldoende om de basis van het rijk te ondermijnen.
Uitgeverij Damon 2023
Gepresenteerd in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden op 27 januari 2023
Onder dezelfde sterren
De laatste heidense senator en zijn christelijke vrienden
“We kijken allemaal naar dezelfde sterren,” schreef de ‘heidense’ senator Symmachus in 384, “dus wat maakt het uit langs welke weg we naar de waarheid zoeken?”
In het grootste deel van de vierde eeuw na Christus bestonden in het Romeinse rijk de christelijke en de oude niet-christelijke godsdiensten naast elkaar. In het laatste kwart verbood keizer Theodosius eerst de meningsverschillen binnen de kerk en daarna de verering van de oude goden. Dit boek laat zien hoe dat ging, hoe het botste aan en buiten het hof.
Centraal staan de conflicten, en soms ook de verzoeningen, tussen Symmachus, bisschop Ambrosius van Milaan en Theodosius. Naast de hoofdrolspelers zijn er andere ‘heidense’ senatoren en christelijke keizers, gewijde maagden, formidabele keizerinnen, christelijke bestuurders en generaals van barbaarse afkomst. Ze schreven elkaar, er waren vriendschappen, er was humor. Dat samenleven van christenen en niet-christenen kon nog lang in de vierde eeuw, en toen kon het niet meer.
Uitgeverij Damon, 2020
Winnaar Homerusprijs van het Nederlands Klassiek Verbond 2021
De secretaris, Het verlangen naar Constantinopel, De belegering van Anna
Drie romans spelend in de zevende eeuw na Christus. Samen zijn het drie manieren om een historische roman te schrijven. De secretaris is de min of meer conventionele historische roman, op de verteller na hebben alle met naam genoemde personages bestaan. Het verlangen naar Constantinopel is een licht verhaal met een hard einde waarin alle personages verzonnen zijn. In De belegering van Anna, spelend rond de eerste Arabische aanval op Constantinopel, zijn er drie vertellers: twee verzonnen vertellers uit verleden, de derde verteller is (ongeveer) de auteur.
Uitgeverij Kwadraat, 1998-2001
De bekentenissen van Constantijn
Constantijn de Grote, keizer van de Romeinen, begunstiger van de christenen, heeft zijn laatste oorlog voorbereid. Alles is klaar, het moet alleen nog voorjaar worden. Dan droomt hij. De volgende ochtend roept hij de slaaf Septimus, schrijver voor bijzondere opdrachten. Terwijl Constantijn wacht op het begin van zijn laatste veldtocht, dicteert hij over de vier keuzes die zijn leven en de levens van vele anderen hebben bepaald. Keuzes over de staat en de godsdienst, over de liefde, over leven en dood. Constantijn had zelfs de macht om herinneringen te verbieden, aan verslagen tegenstanders, aan leden van zijn eigen familie.
Een portret van een krachtige, geestige, eenzame man die voor de eerste en laatste keer terugkijkt.
Uitgeverij Damon, 2017
Gepresenteerd in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden op 24 februari 2017.
De vierde eeuw, of hoe het christendom staatsgodsdienst werd
In de vierde eeuw na Christus kreeg het christendom, aan het begin van de eeuw nog een vrij kleine godsdienst, plotseling politieke macht en aan het eind van de eeuw was het de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk geworden. De eeuw die begon met christenvervolgingen sloot af met het verbod de oude goden te vereren, waarna nog eenmaal opstandige legioenen optrokken onder de oude heidense veldtekens in een vergeefse poging het tij te keren. Dit alles had grote gevolgen, tot op de dag van vandaag, voor zowel de staat als het christendom. Was de omvorming van het christendom tot staatsgodsdienst onvermijdelijk, zoals steeds meer christenen meenden, of had het ook anders kunnen gaan?
Auteur Wim Jurg heeft in De vierde eeuw geprobeerd de handelingen, om een bijbels woord te gebruiken, van de niet-christenen en de christenen van toen zo begrijpelijk mogelijk te maken. Hij baseert zich daarbij op de recente wetenschappelijke literatuur, maar gaat ook steeds terug naar de oude bronnen. Het resultaat is een helder beeld van een periode waarover veel onduidelijk is, met aandacht voor zowel de politieke en religieuze kwesties als de kleurrijke hoofdrolspelers. Een meeslepend boek over een beslissende eeuw in de verhouding tussen staat en christendom en tussen staat en godsdienst in het algemeen.
Uitgeverij Damon, 2011
Tweede plaats in het jaaroverzicht Trouw Tipt Religie 2012.
De lange zevende eeuw of hoe christendom en islam de macht verdeelden
Het christendom was aan het eind van de vierde eeuw de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk geworden. De andere godsdiensten waren verboden, met alleen nog een gedoogstatus voor de joodse godsdienst. Het christendom bleef de heersende godsdienst rond de Middellandse Zee ook toen later de westelijke helft van het Romeinse rijk verbrokkelde, tot in de zevende eeuw volken met een andere godsdienst aan de kusten verschenen. De Perzen werden nog verslagen, de Arabieren niet.
De lange zevende eeuw, of hoe christendom en islam de macht verdeelden laat zien hoe het christelijke gemenebest rond de Middellandse Zee, ontstaan in de vierde eeuw, uiteenviel tussen 600 en 750. In 600 leek het christendom nog overal onbedreigd en voor altijd de staatsgodsdienst maar in 750 was de zee verdeeld tussen christendom en islam, bijna zoals die tegenwoordig is verdeeld. Staat en godsdienst bleven met elkaar vervlochten, maar naast de christelijke staten in het noorden was nu in het zuiden de islam de staatsgodsdienst. In het noordwesten van het oude Romeinse rijk begonnen de mensen hun deel van de wereld al voorzichtig ‘Europa’ te noemen.
Uitgeverij Damon, 2014
Volgens Trouw het beste boek over godsdienst van 2014. Shortlist publicatieprijs Nacht van de Theologie 2015.